dinsdag 23 oktober 2012

Binnenscheepvaart als alternatief


In augustus 1920 werd een vergadering belegd van het gemeentebestuur van Harderwijk, enkele leden van de gemeenteraad, Mr. G. Vissering ( vice voorzitter van de Zuiderzeeraad en lid van de commissie voor de vaststelling van schadevergoedingen i.v.m. de drooglegging van de Zuiderzee), het Bestuur van de Nederlandsche Vereeniging van Gezagvoerders bij de Binnenvaart samen met directeuren en leraren van schippersscholen en enkele Harderwijker vissers. Men was van plan om de visserijscholen rond de Zuiderzee om te vormen tot Schippersvakscholen. De Zuiderzeevissers (met name de jongeren) werden opgeroepen zich aan te melden bij deze nieuw op ter richten Schippersvakscholen. De schippers moesten zich, in hun eigen én in het landsbelang, gaan richten op de binnenscheepvaart, want dát had het land nodig!

Afbeelding: knipsel van een tekening van politiek tekenaar Louis Raemakers (1869-1956).

vrijdag 19 oktober 2012

Steunen als het moet


Ook het Fries Dagblad stelt in de krant van 17 augustus 1920 dat “het er niet aan gaat te zeggen: De Regeering legt de Zuiderzee droog; de Regeering stoot mij uit mijn brood, dus moet de Regeering maar verder voor mij zorgen”. Een oudhollands spreekwoord zegt tenslotte: als het tij verloopt, verzet men de bakens!
Maar die vissers, die door omstandigheden niet opnieuw kunnen beginnen, moet men niet aan hun lot overlaten. Het is noodzakelijk dat de vissers zich laten vertegenwoordigen door woordvoerders die met kennis van zaken hun wensen kunnen formuleren en voor hen kunnen opkomen.

Foto: passage uit het knipsel uit het Fries Dagblad, augustus 1920

woensdag 17 oktober 2012

Van visser naar polderjongen!


In hetzelfde knipsel in De Telegraaf (1920), lezen we de kritiek op de schadevergoeding die de vissers uiteindelijk kregen. Er zou ten hoogste slechts een tegemoetkoming worden toegekend en “vervolgens zullen de menschen, die jarenlang op de Zuiderzee in Gods vrije natuur hebben gewerkt voor de voedselvoorziening des lands, nu het beste doen om op hun oude dag….. polderjongens te worden!”.
Aan het einde geeft de redactie zelf de nuancering dat de Zuiderzeevissers zich maar aan de nieuwe toestand moeten aanpassen. Tenslotte moesten de eigenaars van trekschuiten en koetsiers van dilligences dat ook , toen spoor- en tramwegen werden aangelegd!

Foto: passage uit het knipsel in De Telegraaf, augustus 1920

maandag 15 oktober 2012

Kritiek in de krant


Het voormalig Sociaal Historisch Centrum voor Flevoland heeft ca. 10 jaar geleden een flink aantal knipselboeken laten digitaliseren. Deze boeken zijn een geweldige bron voor wetenschappelijk onderzoek naar de drooglegging van de Zuiderzee en de effecten hiervan op de bevolking. Ook de Zuiderzeevereniging kwam veelvuldig in het nieuws. Zo kreeg De Telegraaf in 1920 veel brieven over het onrecht dat de zuiderzeevissers werd aangedaan: “De Zuiderzeedrooglegging bedreigt de geheele visscherijbevolking van de Zuiderzee-eilanden , de Zuiderzeeplaatsen, en niet minder, degenen diein de nevenbedrijven der visscherij, als rookerijen, zouterijen, inlegfabrieken enz., hun brood verdienen
De Zuiderzeevereeniging werd verweten dat zij in eerste instantie de plannen te rooskleurig had voorgeschoteld.


Foto: : passage uit het knipsel in De Telegraaf, augustus 1920