In deze blog hebben we al eens verteld over de vele nevenbedrijven van de Zuiderzeevisserij. Zij ondervonden alle de gevolgen van de afsluiting van de Zuiderzee en deden een beroep op steun op basis van de Zuiderzeesteunwet. Zo waren er in 1905 zeker zo’n 40 mensen werkzaam bij 2 zeilmakerijen, 1 scheeps-, mast- en blokmakerij, 2 zouterijen, 9 rokerijen, 1 touwslagerij, 3 mandenmakerijen, 1 scheepssmederij en 3 kuiperijen. Opgeteld bij de Zuiderzeevissers en de visventers vormden zij een ware bedrijfstak van formaat waarmee vele monden werden gevoed.
De Hoornse vissersvereniging Eensgezindheid hield zijn ledenvergaderingen in het Taanhuis. Doorgaans werden de vergaderingen ’s winters gehouden als er op visserijgebied weinig te doen was. Na 1913, toen de plannen over de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee steeds concretere vormen aannamen, discussieerden de vissers over protesteren of aanvaarden, schadeloosstellingen en vervangend werk. Sommige bejaarde vissers wisten zich nog te herinneren dat ze als ‘kleine jongen’ zestig jaar eerder in Den Haag waren geweest om te demonstreren tegen de droogmaking!
Op de foto de het Visserseiland met vooraan het Taanhuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten