Van de opbloei van de Zuiderzeevisserij profiteerde Elburg nauwelijks of niet. In 1855 werd de diepte van de haven verbeterd en even werd Elburg genoemd als de “beste haven van de zuidoostelijke kust”. Toch kwamen er niet lang daarna weer klachten over de moeilijke bevaarbaarheid van de haven en werd de staat ervan treurig genoemd. De slechte jaren in de visserij, tussen 1903-1912, kwamen in Elburg extra zwaar aan. Zo zwaar zelfs dat in 1905 ca. 24% van de bemanning onder de bedeling viel.
Na 1912 krabbelde de visserij weer langzaam op, tussen 1914-1918 geholpen door de oorlogstoestand die de prijs van de vis wat opdreef.
Foto: een oude foto van de haven. Op de achtergrond een paar turfschepen, waaruit juist een wagen vol gelost is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten