Willem Toering kocht in 1902 voor zo'n elf of twaalfhonderd gulden een botter van de weduwe van een zekere Hein Zijl en verkreeg daarvoor krediet van Poppe de Rook. De botter was gebouwd in Spakenburg. De knecht die op de botter voer, verhuisde van Bunschoten met zijn familie mee naar Lemmer en leerde Willem hoe hij met de botter om moest gaan.
Uit een opgave voor de waardevermindering van 1932 in het archief van de Zuiderzeesteunwet komen we aan de weet dat de grootte van de botter werd geschat op 20 ton. In 1928 was er door De Boer een motor in geplaatst van het type Ford. En tot de verdere uitrusting behoorden: drie span zeilen en stagfokken, twee grote en twee kleine kluiffokken en één bazaan, een anker en een dreg.
Op de foto vooraan Willem Toering in 1042 bij het lossen van aal. Dat deden ze eerst in manden omdat deze het hout van de botter niet beschadigden. Later werd overgestapt op metalen bussen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten