Al eerder hebben we gelezen dat gekookte garnaal diende als aas. Je kocht een mand garnalen van zo’n 50 pond, het liefst grote garnalen want je had ook grote haken.
Tot je ze nodig had bewaarde je ze in ‘karen’ (kisten met gaatjes) met je nummer erop buiten de haven, zodat ze levend bleven. Een oudere man die met een bootje hand- en spandiensten verrichtte voor de vissers zorgde ervoor dat de karen om 4 uur ’s morgens werden opgehaald en bezorgd bij de botters. Hij hing de kisten achter de botters en wekte de vissers.
De garnalen werden gekookt boven een open vuur in koperen ketels die door een koperslager in Edam waren gemaakt. Later kwamen ijzeren wasketels in gebruik. Aanvankelijk kookte men de garnalen in gewoon havenwater. Later werd ontdekt dat met zout gekookte garnalen het veel beter deden bij de vissen! Een kom of tien zout moest je bij het water doen dan ving je veel meer.
Op de foto zo’n oudere visser die de ‘karen’ bij de botters brengt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten