donderdag 4 juli 2013
Vissen met de dwarskuil
Voor de Harderwijkers was de dwarskuil een veel gebruikt vistuig, waarmee zij op paling, garnaal en nest (= niet voor menselijke consumptie geschikte vis) visten. De kuil viste alle drie op, maar afhankelijk van jaargetijde en/of gesteldheid van de beviste grond kon men van het één meer verwachten dan van het ander. De Knar stond bekend om zijn garnalenopbrengst, de weke grond van de Geldersman bracht vooral paling voort.
De kuil werd meestal door de visserman zelf gebreid, met een opzet van zo’n 1.060 mazen voor grote vaartuigen en 960 mazen voor de kleinere vaartuigen zoals de pluut. Maar er waren ook mensen die zich aandienden als kuilenbreiers, bijvoorbeeld loggervissers die ’s winters thuis waren. Met het breien van zo’n kuil werd ongeveer zestig gulden verdiend!
Opname eind negentiende eeuw van vissersscheepjes met de dwarskuil drogend in de mast, liggend op de rede en afgemeerd aan ‘de brug’ in Harderwijk.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Hoe lang deed men over het breien van een net?
BeantwoordenVerwijderenhet lijkt me een heidens karwei!