(Klik hier voor een correcte weergave van dit weblog. Er zit tijdelijk een fout in de weergave van sommige onderdelen.)
Voor de afsluiting van de Zuiderzee in 1932, was een niet onaanzienlijk deel van de bevolking rond de Zuiderzee afhankelijk van de visserij. De Zuiderzee was een brakke binnenzee: zout water van de Noordzee stroomde met vloed of noordwesterstormen de Zuiderzee binnen en zoetwater werd door rivieren als de IJssel en de Vecht aangevoerd. Door het brakke karakter kende de Zuiderzee een grote verscheidenheid aan vissoorten. Zo werd er gevist op haring, ansjovis, bot, spiering, paling en garnalen.
Garnalen pellende kinderen op Urk, 1931.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten