(Klik hier voor een correcte weergave van dit weblog. Er zit tijdelijk een fout in de weergave van sommige onderdelen.)
Botters van het eiland Marken op Koninginnedag, 1938.
Voor de droogmaking van de Zuiderzee, in 1932, waren de grootste vissersplaatsen Bunschoten-Spakenburg, Urk, Volendam, Lemmer, Marken, Wieringen en Harderwijk, elk met 200 beroepsvissers of meer. De Zuiderzee voorzag zo'n 2.000 tot 2.500 gezinnen in hun levensonderhoud. De plannen van ingenieur Cornelis Lely vormden een ernstige bedreiging voor het Zuiderzeevisserijbedrijf. Zijn plan zou resulteren in een zoetwaterreservoir van 120.000 hectare en vier polders met een gezamenlijke oppervlakte van 230.000 hectare. Omdat het Zuiderzeeproject de doodsteek zou betekenen voor de Zuiderzeevisserij, leek het niet meer dan billijk dat de vissers van staatswege schadeloos zouden worden gesteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten