dinsdag 11 juni 2013

Harderwijk en de Hanze


De vroegste vermeldingen van Harderwijk met de visserij betreffen het Hanzeverband en de haringvisserij op het Deense schiereiland Schonen. Evenals Elburg bezat de stad Harderwijk op dit eiland in de veertiende eeuw al een vitte of factorij waar haring werd opgekocht, gepekeld en verpakt. De kustvisserij was waarschijnlijk alleen voorbehouden aan de plaatselijke bevolking. In 1316 kreeg Harderwijk van de Deense koning een eigen vit en in 1368 verleende de Zweedse koning de stad Harderwijk nog meer vrijheden en rechten.
Naast deze ver weg visserij, beoefenden de Harderwijkers ook de Zuiderzeevisserij, maar waarschijnlijk was deze activiteit economisch van minder belang en werd daarom nauwelijks vermeld. Gelukkig werd het af en toe wel vastgelegd in prent of op schilderij.


Dit gezicht op de kust van Harderwijk is waarschijnlijk gemaakt door A. de Verwer. Het toont enkele vaartuigen die in de zestiende-eeuwse Zuiderzeevisserij een rol speelden. De haringschuit op de voorgrond heeft een sprietzeil, maar wordt ook met riemen voortbewogen. Achterin liggen een paar aalkorven, Rechts achter zeilt, met ‘de breefok bij’ een waterschip. En rechts op de voorgrond zijn fuikestaken te zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten