In Volendam was in 1900 een visserijschool opgericht op initiatief van de afdeling Volendam van de Vereniging ter Bevordering van de Nederlandsche Visscherij en met steun van de gemeenteraad. Er was toen behoefte aan zo’n school omdat de uitbreiding van de vissersvloot geen gelijke tred hield met de bijzonder snelle toename van de vissersbevolking. Er waren veel jonge Volendammer vissers die dienst moesten nemen op loggers en bommen van Vlaardingen en Scheveningen. De visserskinderen, jongens van 14 jaar en ouder, kregen op school de theorie van de Zuiderzeevisserij en werden onderwezen in het navigeren, knopen, splitsen en boeten.
Leraren waren B. Demmer en L. Spaander, een oud-schipper. De lessen werden gegeven van 1 november tot 1 maart en in 1900 waren er zestig leerlingen. In latere jaren liet het geregelde bezoek aan de school nogal wat te wensen over. De vissers gingen namelijk in de winter bij open water ook naar zee en veel jongeren deden dan dienst als knecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten