Klaas Pereboom, geboren in 1908, leerde het vissen op de Zuiderzee van zijn vader en ooms Dirk en Sijmen. Aanvankelijk hadden deze een bedrijfje met twee botters. Ze visten met repen en fuiken op haring, dan gingen ze vissen op ansjovis met staande netten en in de zomer brachten ze met de schepen hooi weg of gingen ze kuilvissen om garnalen. Het hooivaren was zwaar werk en werd meestal door de zoons gedaan, waarvoor ze vaak geen geld kregen. "Dan had je tien weken achter mekaar zwaar werk gedaan, kreeg je een paar nieuwe klompen!"
In 1923 ging Klaas van school en aan boord meewerken. "Je werd opgeleid voor een vak, terwijl je vooruit wist dat 't afgelopen raakte." Ze bleven vissen tot 1937. Toen was zijn vader 69 jaar oud en ging het niet meer. Dwarskuilen was nachtwerk en daarvoor moest je goede ogen hebben!
Als zoon van een belanghebbende kwam Klaas in 1938 in rijksdienst, in de Oranje-Nassaukazerne. Dat vond hij prachtig en het sloot goed aan op de Nijverheidsschool die hij had doorlopen op Marken. De Nijverheidsschool was in de plaats van de Visserijschool gekomen. De leraren werden door het rijk betaald en je kon er diploma's halen voor motorkennis en stoommachines. Daar haalde hij ook zijn diploma binnenvaart!
Op de foto vaart Klaas Pereboom tijdens de Tweede Wereldoorlog op de bons MK 143 van schipper Cornelis Kes. Klaas staat voor op de plecht. Schipper Kes, diens zoon Kees en Klaas dragen allen de zogenaamde witte 'brook'.
Ja,erg leuk om dit van je eigen vader te lezen.
BeantwoordenVerwijderenDe text komt waarschijnlijk uit het boek van Peter Dorleijn, "Van gaand en staand wand".
Het is geschreven zoals mijn vader zijn zinnen formuleerde. Hij had een ijzeren geheugen, kon alles onthouden, wist snachts met een klein plekje aan de hemel welke sterren het waren en welke richting hij liep. Wist elke plaats en dorp in Nederland direct op de kaart aan te wijzen. Wist beter hoe het weer ging verlopen dan de weerman en kon met klaverjassen precies bedenken welke kaarten de anderen in de handen hadden. Ja, een eenvoudige visserman die later bij Defensie ging werken als stoker. Eerst met stoomketels op kamp Zeeburg in Amsterdam, later in Zaandam met stoom en water. Kon met gewoon rekenen vraagstukjes met 2 onbekenden oplossen, waar ik algebra voor nodig had. Dat alles kun je dus nooit aan iemands "witte brook" zien,haha. Hij was een fantastisch en gelovig mens, zoals waarschijnlijk vele vaders waren.