De Oude of Binnenhaven van Vollenhove wordt gekenmerkt door hoge walkanten en forse bomen, waardoor men het gevoel heeft in de diepte te kijken in de u-vormige havenkom. De Nieuw Haven daarentegen is erg open van karakter en gaf toegang tot de Zuiderzee. De allereerste haven waar Vollenhove over beschikte dateerde van 1824. Zij was aangelegd door het uitdiepen en verbinden van de gracht die rond ’t Oldehuys lag, het oude bisschoppelijke kasteel. En de Koning had toestemming gegeven voor de aanleg van de haven. Het Rijk droeg met 700 gulden bij aan de totale kosten, zijnde 2.321 gulden. Voor het graafwerk mochten criminele gevangenen worden ingezet. Een jaar later, in februari 1825, kreeg de haven het al zwaar te verduren.
In zijn ‘Beschrijving van Overijssels Watersnood’zegt J. ter Pelkwijk over de gebeurtenissen in Vollenhove: “Tusschen 11 en 12 uren ’s nachts gingen er in de zee zware deiningen, brandende dezelve vreesselijk tegen den wal, en staande het water, dat langzaam wassende en zeer dik was, als piramiden in de hoogte.” Het water rees in korte tijd zo snel dat bewoners van de Vismarkt en Vissersstraat uit hun slaap opgeschrikt werden toen er al één tot drie voet water in hun huizen stond. De hoogste stand bereikte het water de volgende dag toen het bijna vier meter hoger stond dan gebruikelijk was.
Op de foto: De Nieuwe of Buitenhaven van Vollenhove met centraal de pluut VN15,links de Vollenhover bol VN 45.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten