donderdag 30 augustus 2012

Grote schoonmaak


Zodra de ansjovisvangst afgelopen was gingen veel schepen naar de werf voor onderhoud. Schipper Jouke Bootsma van de LE 44 voer bijvoorbeeld met zijn schip de sluis van Lemmer in en legde zijn vaartuig in 't Dok voor een grote schoonmaak (zie foto). Spintje, touwwerk, ankers en andere inventarisonderdelen werden uit het vooronder gehaald en het kooigoed hing te luchten over de giek. Meestal werden de ruimen ingesmeerd met carbolineum om alles weer schoon te krijgen.

dinsdag 28 augustus 2012

Overvloedige spieringvangst in 1951


Sinds 15 maart 1951 werden onder de dijk van de Noordoostpolder tienduizenden kilo's spiering gevangen door de Lemster vissers (zie foto). Deze grote vangsten leverden bijna problemen op in de afvoer. Gelukkig hadden de vissers de gehele vangst vooraf tegen een vaste prijs verkocht aan een combinatie die de vis verhandelde aan de eendenfokkers in Ermelo en aan de vismeelfabrieken in Beverwijk en Eindhoven.

In diezelfde naoorlogse jaren werd ook gevist op vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog, toen een nieuw fenomeen. De verkoop van het schroot, oud ijzer, leverde wat extra verdiensten op.

donderdag 23 augustus 2012

IJsselmeervisserij, de stekelige snoekbaars

Op de foto Steven Visser, die voer met de LE 15, met een snoek van ruim veertig pond omstreeks 1952. Een niet alledaagse vangst!

Na de afsluiting van de Zuiderzee is door de Heidemaatschappij snoekbaars uitgezet. Het duurde een jaar of vijf, zes en toen konden de vissers ook snoekbaars vangen. De vangsten groeiden van 8.000 kilogram in 1936 tot 250.000 kilogram in 1939. Het snoekbaars vangen was bijna voor alle Zuiderzeevissers iets nieuws. Door zijn stekelige vinnen en scherpe kieuwdeksels was snoekbaars een lastige vis om uit de netten te halen.


dinsdag 21 augustus 2012

Ansjovis koppen en rapen


Op de foto de ansjoviskoppers en -kopsters van het bedrijf van Sterk uit De Lemmer.

Bokking roken was de basis van het visverwerkende bedrijf in De Lemmer. Op den duur breidde men deze werkzaamheden uit met ansjovis zouten. Meestal werden kinderen - jongens en meisjes - ingeschakeld voor het koppen en rapen. Het koppen hield in dat de gevangen ansjovis werd uitgelegd op grote luiken waar de koppers omheen stonden. Zij knepen het kopje eraf en trokken gelijk de ingewanden mee. Van elk bakje werd gecontroleerd of het koppen goed gebeurd was en op een plankje met de namen van alle koppers werden de aantallen afgestreept. Vervolgens werden de visjes met de kop en staarteinden naast elkaar in één richting gelegd - het rapen - en per handvol overgegeven aan de man die ze in een vat legde. Elke laag vis werd met een laag zout afgewisseld en goed aangestampt.

donderdag 16 augustus 2012

De Firma Jan Pen

De Firma Jan Pen in Lemmer was in 1913 opgericht en was een voortzetting van de zaak van Jan Pen die vijftig jaar eerder al was begonnen met de leverantie van netten, kuilen, touwwerk, garens, kurk, lood, enzovoorts en het tanen van netten en zeilen. Jurjen Pen, geboren in 1884, volgde zijn vader op en was naast toeleveringsbedrijf ook handelaar in ansjovis. Voor het vervaardigen van netten was aan 't Leeg een zogenaamde baan gebouwd: een rijtje huizen met beneden over de hele lengte bedrijfsruimte en daarboven woningen voor de werknemers.

Op de foto Jan Pen (rechts) als handelaar in binnenvis en links Geert Pen en middenvoor Jan Haagsma.

dinsdag 14 augustus 2012

Familiebedrijven rond de voormalige Zuiderzee

De Zeilmakerij De Vries te Lemmer maakte en repareerde bijna alle tuigen voor de Lemster vloot. Marten F. de Vries, geboren in 1876, zeilmaker en taander van beroep, schreef in 1927 aan de Rijksdienst ter Uitvoering van de Zuiderzeesteunwet dat zijn vader en grootvader ook al hun brood hadden verdiend aan de zeilmaker. Hij ging er vanuit dat zijn bedrijf door de afsluiting van de zee gedoemd was te verdwijnen. Maar hij bleef zeilmaker en zijn zoon Bouwe, geboren in 1916, volgde hem op. Begin 1940 werkten ze met zeven man in het bedrijf en voerden ook opdrachten uit voor het leger (kleding en uitrusting).

Op de foto personeel van De Vries bezig met het repareren van een zeil.

vrijdag 10 augustus 2012

De Noordoostpolder en de visserij


Door de sluiting van het laatste gat in de dijk van de Noordoostpolder op 13 december 1940 was de droogmaking van deze polder een feit en verloren de Lemster vissers een belangrijk deel van hun visgebied. Wel kregen zij in 1942 nog toestemming om de nieuwe polder leeg te vissen. Dat kon op een bepaald moment alleen nog maar in de al gebaggerde kanalen en de vissers moesten oppassen om niet droog te vallen. Een groot deel van de Lemster vloot schakelde na 1932 voor wat betreft de palingvisserij over op de dwarskuil, een vistuig dat zij voorheen in De Lemmer nauwelijks gebruikten.

dinsdag 7 augustus 2012

Van zeevaart naar binnenvaart: De Lemmer


De Lemmer als Zuiderzeevissersplaats was in de negentiende eeuw eigenlijk niet meer dan een dubbele rij huizen en een ruime buitenhaven. Op het noordelijke havenhoofd brandde 's nachts een hooggeplaatste lantaren (zie afbeelding). In 1838 werden de houten beschoeiingen vervangen door een stenen kade. In 1844 begon de binnenlandse vaart al groter te worden dan de zeevaart. Er werden in dat jaar nog 22 zeeschepen ingeklaard en 30 uitgeklaard. Het teruglopen van de koopvaardij had zijn weerslag op de plaatselijke bedrijvigheid. Toch waren er rond 1850 nog in bedrijf een korenmolen, een houtzaagmolen, twee scheepswerven, een lijnbaan, twee taanderijen, drie mastmakerijen, een looierij, drie bokkinghangen en twee pottenbakkerijen. De vuurtoren werd in 1968 afgebroken.

vrijdag 3 augustus 2012

Vistechniek: Spierikdrieven

Het vissen met trek- of trekkende netten wordt ook wel spierikdrieven genoemd. Spierikdrieven (spiering drijven) was een visserij die typisch was voor de zuid- en oostwal van de Zuiderzee. Met spieringnetten werd alleen gevist in Harderwijk, Elburg en Vollenhove. Soms werden twee vaartuigen aan elkaar gekoppeld en hing het dreefnet in het midden.

Op de foto een Harderwijkse 'spierikdriever'.

woensdag 1 augustus 2012

Vissersbuurt

Meestal woonden de Zuiderzeevissers bij elkaar in de buurt, zoals in het begin van de vorige eeuw in Harderwijk. De vissers woonden toen vooral in wijk D, met in het noordoosten de haven en van de rest van de stad gescheiden door de Hoogstraat en Grote Poortstraat.

Hier op de foto de Rechte Oosterwijk die in de achtergrond uitkwam op de haven. Dit was een van de straten waar voornamelijk vissers woonden. De kubbestaken links en het netje rechts tegen de muur herinneren hier aan. De mensen waren klein behuisd en voor hun drinkwater aangewezen op openbare pompen. Dertig procent van de gezinnen woonde in een eenkamerwoning met gemiddeld 4,25 mensen.