maandag 18 februari 2013

Palingvisserij met fuikjes, de ongehuwde ooms van Luite


In Vollenhove werd op kleine schaal gedaan aan palingvisserij met fuikjes. Slechts een paar puntervissers hadden enkele fuiken staan langs de wal en meestal combineerden zij de fuiken ook nog met andere vistuigen (in de volksmond ‘totebellen’, dobberen, ‘bleien’ en hoekwant).
Luite Croes bijvoorbeeld had twee ongehuwde ooms die met een bol en een punter visten en niks anders deden dan fuikenvissen bij de wal. Ze woonden met hun oude vader, die 96 was in één huis. Naar zeggen van Luite dronken de mannen nogal wat en moesten ze door hun vader, de één was 68 en de ander 70, uit het café gehaald worden. “Snotneuzen, noar huus toe!” zou grootvader hebben geroepen. En ze gingen. Toen ze stierven in 1939 kregen de 36 neven en nichten elk zo’n 73 gulden, hetgeen voor die tijd nog een heel bedrag was.


Op de foto: Van een palingfuik wordt één van de hoepels opnieuw vastgezet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten