Posts tonen met het label Afsluitdijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Afsluitdijk. Alle posts tonen

maandag 11 februari 2013

Gevolgen afsluiting Zuiderzee 1932

Het dichten van de Afsluitdijk had een grote verandering tot gevolg in het visserijbedrijf. Tot op dat moment volgden de teelten elkaar seizoensgebonden op. Van februari tot en met april werd de haringvisserij uitgeoefend, gevolgd door die van de ansjovis tot begin juli. Vervolgens ging je op paling vissen of op bot. De garnalenvisserij besloeg september tot en met november en in de winter viste je op spiering tot de paairijpe haring weer binnentrok.
De eerste jaren na de afsluiting leek de zee wel dood, zo weinig was er te vangen. Sommigen probeerden in de Waddenzee te vissen of stapten over op de palingdwarskuil en spieringvisserij in het IJsselmeer. Door de op korte termijn volgende inpoldering van de Noordoostpolder hadden de ambtenaren van de Rijksdienst begin jaren dertig in Vollenhove het meeste succes om visserszoons van boord te houden. Zij schoolden zich om tot ambachtsman of onderwijzer. Omdat er in die tijd ook voor onderwijzers geen werk was, kwamen de jonge visserszonen in allerlei functies terecht.

Op de foto afgedankte en gezonken vaartuigen in de Binnenhaven van Vollenhove. In geen enkele plaats langs de Zuiderzee tekenden de rampzalige gevolgen van de afsluiting zich zo duidelijk af als in Vollenhove.

vrijdag 8 februari 2013

Vollenhove huilt

Het jaar 1918 markeerde op twee manieren een belangrijk keerpunt in de Zuiderzeevisserij. Het einde van de Eerste Wereldoorlog bracht door de capitulatie van Duitsland en het tekenen van de vrede een einde aan de uitstekende oorlogsbesommingen. De export naar het failliete Duitsland kwam vrijwel stil te liggen en de totaalopbrengst van de Zuiderzeevisserij zakte van bijna 8 miljoen naar ruim 2 miljoen, terwijl de materiaalkosten amper zakten.
De afkondiging op 14 juli 1918 van de Zuiderzeewet was echter vele malen ingrijpender. Aanvankelijk bleven de vissers na deze afkondiging tamelijk sceptisch staan tegenover het slagen van de regeringsplannen. Vissers verlieten het bedrijf in 1920 en jaren daarna vooral tengevolge van de slechte verdiensten en de economische crisis. Het vertrek van deze beroepskrachten had verstrekkende gevolgen, want ook nevenbedrijven van de visserij ondervonden de weerslag van een verminderde werkgelegenheid.
De daadwerkelijke afsluiting van de Zuiderzee, de dichting van de Vlieter, het laatste gat in de Afsluitdijk, deed de laatste hoop op betere tijden verdampen.

Op de foto de Vollenhover vloot in rouw om de afsluiting van de Zuiderzee, met half gehesen vlaggen, 28 mei 1932.