Voor aankoop van bot bestond bij de grote handelaren in Vollenhove weinig belangstelling. De hele afzet kwam terecht bij kleine visventers die te fiets, paard en wagen of te voet het achterland in trokken en naar Meppel, Steenwijk en Zwolle gingen. Sommigen gingen ook nog Friesland in en als er zoveel vis werd aangeleverd dat de regionale markt verzadigd raakte, dan werd per boot uitgeweken naar de afslag in Kampen. Het liefst voeren de vissers dan via het Ganzendiep omdat dat vele malen sneller ging dan via de Ketel.
In Kampen ging de vis dan van de hand, maar in de jaren dertig van de vorige eeuw was er grote armoede. Vis was er nog wel, maar de mensen hadden geen geld om ze te kopen. In Kampen maakten de vissers dan 5 cent per pond.

Op de foto: Vollenhover zijdenetters aan de afslag