In 1886 bestond de Vollenhover vloot uit 107 schepen, in 1907 waren er 179 vaartuigen geregistreerd, 64 boten gebruikt voor het ansjovisvissen, dertien punters, twee bolletjes en 108 bonsjes (visschuiten). Aan de hand van het archief van de Rijksdienst ter Uitvoering van de Zuiderzeesteunwet weten we dat er in 1937, dus na de afsluiting van de Zuiderzee, nog maar 54 vaartuigen over waren. Toen begon de visserij op snoekbaars vruchten af te werpen!

Op de foto uitzeilende schuiten en op de voorgrond de VN 29.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten