donderdag 20 maart 2014

Hulptroepen

Het antwoord van de Directeur van den Rijksdienst viel Willem natuurlijk rauw op zijn dak. De volgende dag ondernam ene A. de Graaf, waarschijnlijk familie maar in ieder geval mede-vischventer, nog een poging de Directeur van gedachten te laten veranderen. Hij nam het in zijn brief d.d. 23 december op voor Willem en zijn gezin.

“Mijheer Directeur,
Namens de vischventer, Willem de Graaf, wonende Nieuw Schans 96, Spakenburg, kom ik tot U met een beleefd en dringend verzoek; en wel dit, deze vischventer heeft thans een geldelijke tegemoetkoming van f 6,00 per week, doch aangezien deze man als gevolg der afsluiting zoowat niets meer kan verdienen, dus dienaangaande zijn gezin in behoeftige omstandigheden gaan verkeren.
Deze betrokken persoon is gehuwd en heeft 4 kinderen oud 12 – 8 – 3- 1 jaar, dus hij moet alleen de kost voor dit gezin verdienen, dit kan hij thans niet meer, dus verzoek ik U dringend deze man zoo spoedig mogelijk meer geldelijke tegemoetkoming te doen toekomen, als tot dusver.
Wanneer deze man niet spoedig wordt geholpen, dan zal hij noodgedwongen zijn ventbedrijf moeten stilleggen wijl hij dan in aanmerking zou komen voor de volle norm.
Dus Mijnheer, de inlichtingen, welke U zijn verstrekt en waarop deze persoon is afgewezen, zijn niet juist, want als medevischventer weet ik dat deze man zoo spoedig mogelijk met meerder steun dient te worden geholpen."


In een krabbel onderaan lezen we “W. de Graaf moet model 5-3 indienen”. Tja, dat had hij natuurlijk november 1932 al gedaan…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten