donderdag 13 juni 2013

Hadden ze maar een goede haven gehad


De negentiende eeuw kenmerkte zich door een sterke toename van het aantal vissersschepen in Harderwijk. Plaatselijk nam het belang van de visserij toe omdat de bevolkingsgroei achterbleef en het aantal vissers relatief toenam. In 1812 stond Harderwijk met Enkhuizen en Bunschoten in volgorde van vlootgrootte op de vierde plaats, na Schokland, Volendam en Huizen. Het aantal schuiten bedroeg toen 35. Met 129 vaartuigen in 1900 was de stad Harderwijk nog steeds vierde, nu achter Volendam Enkhuizen en Urk. Waarschijnlijk was de vlootgroei nog groter geweest als men over een goede haven had beschikt.


Op de foto De vissersvloot op de rede van Harderwijk. Het gebrek aan een goede haven belemmerde de ontplooiing van de visserij in Harderwijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten